Onderwijs in een veranderende context

Een virus vermenigvuldigt zichzelf. Dat is het enige wat het doet. Maar de collateral damage die het berokkent, is voor mens en samenleving van grote betekenis.

Een belangrijk onderdeel van die schade zit in de sociale weefpatronen van onze maatschappij, waarvan onderwijs er een is. Nu verwacht u wellicht een treurig verhaal van een rector die zijn universiteit heeft moeten sluiten. En inderdaad, zo’n verhaal zou ik kunnen schrijven, maar onderwijs is veel meer dan scholen en universiteiten. Om onderwijs te genieten moeten we elkaar kunnen opzoeken en samen iets beleven, maken, ervaren, misschien zelfs ondergaan. Zonder dat sociale contact is onderwijs op zijn best kennisoverdracht.

Opgesloten in mijn eigen kleine corona wereld besloot ik een uitstapje te maken naar Coursera en een module te volgen van het Museum of Modern Art (MoMA).

In die cursus leerde ik wat kunstenaars beweegt en waarom ze tot een bepaalde kunstvorm zijn gekomen. Het overgrote gedeelte van deze kennis is inmiddels vervaagd. Maar het engagement van kunstenaars om wat zich om hen afspeelt en hoe zij dat proberen te vertalen in hun werken, is wel gebleven. Ik heb het MoMA ooit bezocht. Een ervaring van grootsheid, ruimtes, kunstwerken die je pakken, waar je bij stilstaat, de achtergrondinformatie leest, probeert te achterhalen wat je ziet. Een bezoek aan een museum is een ervaring die beklijft. Dit is lastig in digitaal onderwijs te vinden, merkte ik tijdens mijn uitstapje naar Coursera.

Een ander voorbeeld: bibliotheken. Strikt genomen zijn die overbodig geworden. Heel veel boeken zijn legaal, gratis te downloaden en datgene wat recent is gepubliceerd, kan voor een bescheiden bedrag online worden gekocht en gedownload naar de e-reader. Bibliotheken leveren die service inmiddels ook. Toch hebben we nog steeds bibliotheken.

Ook bij de universiteiten die afscheid namen van hun oude bieb, wordt een hypermoderne omgeving gecreëerd die erg doet denken aan de leeszalen van vroeger. We willen bij elkaar zijn. We ontdekken de wereld op alle mogelijke manieren, maar hoofdzakelijk toch gewoon met elkaar.

In ons gevecht tegen de pandemie leggen we onszelf sociale afstand op die patronen verbreekt en ons leren bemoeilijkt. Ik vrees het risico van een daling in kwaliteit als gevolg van dit gemis aan het contact dat past bij goed onderwijs. Tegelijkertijd zie ik een grote inspanning van iedereen om de kwaliteit op peil te houden.

Musea, bibliotheken en onderwijsinstellingen: allemaal plaatsen die floreren bij sociale interactie. Het verstoren hiervan heeft al aantal voorspelbare effecten op onderwijsinstellingen gehad. Zoals meer nadruk op nationale in plaats van internationale studenten. Reizen naar buitenlandse bedrijven en universiteiten zijn stopgezet. Massale internationale congressen afgeblazen. Internationalisering van onderwijs moet worden geherdefinieerd. Ook onderwijsvormen waarbij netwerkvorming een belangrijk onderdeel is, zijn moeilijker uitvoerbaar. Allemaal vrij eenvoudige waarnemingen die betrekking hebben op overdracht van bestaande kennis. Maar hoger onderwijs levert ook nieuwe kennis. Wetenschap. Een kerntaak die wordt bekostigd door een maatschappij die in een crisis verkeert waarvan de omvang en impact nog onbekend is.

Net zo goed als de recente hype rondom hydroxycholoquine onvoorspelbaar was, zijn de effecten op hoger onderwijs lastig te voorspellen. We weten alleen dat de verstoring door de pandemie lang duurt en grote impact zal nalaten. Wat overblijft heeft zich weten aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Dat wordt nog best lastig. Een mondmasker dat geen virussen doorlaat maar permeabel is voor kennis. Anderhalve meter afstand en toch dicht bij elkaar. Nieuwe normen, andere waarden. Het vereist verbeelding maar blijft puzzelen.

Prof. dr. Miša Džoljić, Rector Magnificus en CEO van Nyenrode Business Universiteit.