Laat de ellende in de ziekenhuizen morgen stoppen. Maar ik hoop ook dat we deze tijd nog even kunnen blijven voelen

In Amsterdam liggen kleine tegeltjes op de stoep met namen van Joodse Amsterdammers die in de Tweede Wereldoorlog zijn opgepakt en weggevoerd. Als ik die zie en daarna opkijk denk ik vaak: hoe zou deze straat eruitzien als het oorlog was? De hoge gevels zouden hetzelfde zijn, de scheve populier die over straat hangt ook. De zon zou ook schijnen, over de rommelige groene perkjes en de roestige fietsenrekken. Het aanzicht van mijn straat in de oorlog zou niet zoveel verschillen van dezelfde straat in vredestijd. Alleen: de mensen zouden binnen zitten. ’s Avonds zou het stil zijn. Ramen zouden dicht zijn, je zou geen stemmen horen. Meer nog dan dat je oorlog zou zien, zou je hem voelen.

Onze generatie heeft weinig leed gekend – deze weken komen het dichtst bij wat een oorlogsgevoel zou kunnen zijn. Er staan mensenlevens op het spel. Nationale trauma’s tekenen zich af in landen waar we pas nog op vakantie waren. We zijn beperkt in fysiek contact (ik mis het geven en krijgen van knuffels). Eenzaamheid groeit. Ondernemers verliezen hun zaak, mensen verliezen hun baan. Dat raakt ons nu, maar gaat ons nog veel harder raken. We voelen mee met de verhalen uit de frontlinies van het ziekenhuis. We zetten ons schrap.

Albert Camus’ The Plague wordt veel aangehaald in de afgelopen weken. Het is een boek dat veel voor me betekent, omdat het me deed realiseren dat leed niet eerlijk is, maar ook dat alles voorbijgaat. ‘Als de pest er niet is, denk je dat hij nooit gaat komen; als de pest er is, denk je dat hij nooit meer weggaat’. Ook nu. Voor je het weet is alles weer normaal en gaan we weer terug naar onze ‘daily battles’.

Leed is niet eerlijk. Het virus ons gaat raken, maar ook heel veel andere landen wiens gezondheidssystemen niet zo goed zijn als die van ons. Nu onze IC-capaciteit mogelijk tekortschiet, voelen we hoe bijzonder welkom het is als Duitsland extra capaciteit voor ons vrijmaakt. Als ik iets hoop, is dat we de solidariteit met onze familie, vrienden, buren en landgenoten ook kunnen uitstrekken naar anderen in de wereld.

Tenslotte: laat de ellende in de ziekenhuizen morgen stoppen. Maar ik hoop ook dat we deze tijd nog even kunnen blijven voelen. Ik loop door mijn straat in tijden van corona: bedeesd, beduusd, beperkt. Achter gesloten deuren: chaos op de vierkante meter, verveeldheid – en de angst. Maar ook: de veerkracht, de solidariteit, de empathie, de plannenmakerij en het gegeven dat we altijd weer opnieuw kunnen beginnen.

Camus: “What’s true of all the evils in the world is true of plague as well. It helps men to rise above themselves.”

Jesse van der Mijl

Project manager Centre for innovation – Universiteit Leiden